Brussel, Charleroi en Namen- omhoog en omlaag
Als het verjaardagsfeest is verwerkt, gaan moeder en dochter de beroemde Romboutstoren beklimmen, een flinke inspanning die zeer de moeite waard is (zeker voor de conditie). Ruim 550 treden, onderbroken door 6 torenkamers met elk een eigen functie. Eenmaal boven op de skywalk kun je hijgend genieten van een uitzicht van Brussel tot Antwerpen. Na een reuzegezellig weekend, moeten de logees ons helaas verlaten. Vervolgens bekijken wij nog een aantal highlights van de stad Mechelen, o.a. de Romboutskathedraal, stadhuis, Begijnhof, St. Janskerk , de Grote Markt , we wandelen over het drijvende Dijlepad en rusten uit op de populaire Vismarkt. Een dagje Leuven, de hoofdstad van Vlaams Brabant, per OV staat ook nog op ons lijstje. We lopen 2 historische wandelingen, waarbij het prachtige gotische stadhuis, gebouwd v.a. 1439, het hoofddoel is van onze trip. Ook hier weer een Begijnhof, Grote markt enz. Echter met de vele eeuwenoude universiteitsgebouwen onderscheidt Leuven zich van andere middeleeuwse steden. We ronden onze tour af met een echte Belgische lunch bij de oude brouwerij Domus.
Op 27 juli is de fiets gerepareerd. Prima moment om te vertrekken. Fiets ophalen, aan boord zetten en trossen los om 10.30 uur. Gelukkig is de Avontuur al gedraaid (met hulp van onze logees, in de stromende regen) zodat we even later al de Benedensluis in kunnen varen: de enige sluis in Europa met een drijvende steiger ! De Dijle lijkt nu 2 x zo breed bij hoogwater en al snel zijn we weer terug op de Rupel, om aldaar bakboord uit, sluis Klein Willebroek in te varen, daarbij begeleid door een uiterst vriendelijke sluiswachteres. Er is nauwelijks verval en even later varen we het grote Brussel-Schelde kanaal op. Bij Tisselt, vòòr de hefbrug, meren we af voor een overnachting. Een erg onrustige ligplaats!
28 juli. Op zoek naar een geschikte plek voor onze volgende logees: zoon, schoondochter en hun dochtertje, vertrekken we om 9.45 uur. 10.30 uur wachten we voor de sluis Zemst, die ons bijna 9 m omhoog schut. Na een uur arriveren we in Vilvoorde bij de supermooie steiger, waaraan we schoorvoetend afmeren, met het idee, dat deze bedoeld zou zijn voor rondvaartboten o.i.d. Na wat info blijkt deze plek echt bedoeld voor tijdelijke aanlegplaats en zodoende ook prachtig voor het weekendverblijf van onze logees. Ze arriveren op 30 juli en we kunnen weer 2 dagen genieten van het kleine babymeisje. Vilvoorde centrum (op loopafstand) blijkt een aardig dorpje met mogelijkheid om te shoppen.
1 augustus. Na een weekend vol gezelligheid, Belgische biertjes, barbecue en genieten van elkaars gezelschap, gaan onze logees weer verder op hun reis naar het vakantieadres en doen wij nog even een boodschappenrondje. Op de valreep nog een bezoekje aan de O.L.Vrouwe Van Goede Hoop-kerk (14/15e eeuw), waar we verrast worden door de aanblik op en korte uitleg over het schitterende koorgestoelte (1663) in Barokstijl. Met een rugzak vol boodschappen en plezierige ervaringen vertrekken we om 15.15 uur, nieuwsgierig naar de doorvaart door Brussel. Via sluis Molenbeek arriveren we 2 uur later bij een bekende ligplaats, na de Kuregembrug, het Biesterbroekdok, om te overnachten. Eén ding is duidelijk: doorvaart door Brussel is niet echt voor herhaling vatbaar.
2 augustus. Kanaal Brussel-Charleroi. Vertrek 10.45 uur. Ons doel voor de komende , volkomen verregende dagen, is Halle. We bereiken de stad via de sluizen Anderlecht, Ruisbroek, Lot (prachtige overnachtin g, ligplaats vòòr de sluis) , en Halle, alle 4 met een verval van 3.70 m, zodat we bij aankomst 14.80 m zijn gestegen. We overnachten aan de kade , stuurboordzijde, nèt na de sluis. Het is een ligplaats aan een drukke weg en daar we Halle kennen, vertrekken we weer snel, niet voordat we even de markt zijn overgelopen en hebben gefourageerd.
4 augustus. 12.15 uur vertrek. 2 Sluizen, Lembeek en Ittrre, schutten ons 14 m omhoog. Het landschap wordt hier al afwisselender, rotsachtig en heuvelachtig. Bij sluis Ittre wordt onze (gratis!) vaarvergunning voor Wallonië in orde gemaakt en mogen we water bunkeren. Dan door naar Ronquieres, waar ons weer een bezoek te wachten staat: 2 kleindochters ( 6 en 8) met hun ouders. We vinden een geschikte ligplaats maar het gekozen weekend (6 aug.) is minder geschikt; het festival van Ronquieres vindt nu plaats. Een enorm dorp is daarvoor opgebouwd, met camping en parkings voor de massa’s bezoekers, alles voorzien van vaak keiharde muziek (!?). Alle plaatselijke en toeristische activiteiten zijn stopgezet en het plan om met onze logees het hellend vlak op te varen is logistiek niet uitvoerbaar. Zelfs de aangekondigde braderie is afgelast. Rest ons te gaan kijken naar de reusachtige vervoersinstallatie voor schepen om 68 m hoogteverschil te overbruggen, d.m.v. een scheepsbak met 3245 ton water, die omhoog rijdt over spoorrails m.b.v. 4 x 59 stalen wielen. Een machtige gebeurtenis!! We vermaken ons verder toch prima met heel veel spelletjes, waar de meisjes gek op zijn en na een gezellig weekendje vertrekken ze weer op 7 augustus. We genieten nog even van de mooie omgeving en maken een prachtige fietstocht langs het riviertje de Samme .
9 augustus. 9.45 uur, verhalen naar de wachtrij voor het hellend vlak. De 2e schutting is voor ons. We varen om 11.10 uur het bassin in, dat met 4,3 km/uur naar boven rijdt. Tegen 12 uur varen we de scheepsbak uit en bevinden ons op de hoogste waterweg van België: ruim 118 m boven zeeniveau. Via de sluizen Viesville en Gosselies, arriveren we om 16.00 uur bij onze overnachtingsplaats: stuurboordwal voorbij de sluis. Onhandige hoge kademuur, maar wel erg rustig en een Carrefour binnen fietsafstand. De beide sluizen hebben drijvende bolders om het verval van 7 m gemakkelijk te kunnen overbruggen.
10 augustus. 12.15 uur trossen los. Na 1 uur arriveren we bij de Sambre en gaan stuurboord uit naar boven om na ca. 3 km bij Marchienne-au-pont af te meren bij een echte Halte Nautique. Van hieruit willen we Charleroi bezoeken per fiets. (geen echt pretje!) Het fietspad loopt dwars door een groot gebied van voormalige staalproducent Cockerill vol roestige ruïnes, bergen staalafval, steenresten en bijproducten van de mijnbouw, als dreigende, vervuilende terre-ils (zieke grond) en voorstad van Charleroi, ooit uitgeroepen als lelijkste stad. Gezegd moet worden dat er in de stad zelf hard wordt gewerkt aan vernieuwingen. We bekijken het prachtige stadhuis en de kathedraal, het bezichtigen zeker waard. Zelf zijn we ook bezienswaardig op onze plooifietsen (Vlaams voor vouwfietsen), daar er verder geen een fiets te zien is.
12 augustus. 10.35 uur, keren in de zwaaikom en terug, richting sluis Marcinelle. We krijgen de 2e schutting en terwijl links van ons het lawaai te horen is van de enorme overlaadstations van schroot, wachten we op onze beurt. Om 11.20 uur verlaten we de sluis en terwijl de omgeving er langzamerhand wat vriendelijker uit gaat zien, worden we via de sluizen Montignie, Roselies en Auvelais totaal ca. 12 m omlaag geschut. Om 12.45 uur meren we af bij Auvelais. Slechte keuze, want over de geklonken spoorbrug (vlakbij) denderen zeer regelmatig goederentreinen.
13 augustus. 10.20 uur vertrek. 11.15 uur meren we af vòòr de sluis van Mornimont, een plek, die alles van de vorige weer goed maakt. Prachtig, rustig en gunstig gelegen voor onze visiste……. Want na afloop van een fietstocht worden we verrast door bezoek van dochter en schoonzoon. Een gezellig borreluurtje + diner volgen. Als we hen na een paar uurtjes uitzwaaien, kunnen we constateren: dit zijn heel fijne verrassingen!
16 augustus. Na nog wat schoonmaakaktiviteiten, vertrekken we dan, redelijk plotseling om 10.00 uur op verzoek van de sluiswachter. Ons doel: Namen, bereiken we via de sluizen Mornimont, Floriffoux en Salzinnes en ruim 10 m lager arriveren we om 13.15 uur aan de kade van Namen. Bekende stek, met veel wifi in de buurt. Vandaar dit (te grote) verslag.
Morgen weer verder, tot de volgende keer. Groetjes van Ad en Tineke
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}